Bergen en chocolade in Zwitserland
Het plan was eerst om in de zomer naar Engeland te gaan, maar corona gooide roet in het eten. Een nieuwe, coronaproef, bestemming was snel gevonden. Zwitserland … een land waar ik vroeger als klein meisje elke zomer naar toe ging. De bergen blijf ik altijd overweldigend mooi vinden. Het is ook een bestemming waar we zonder enige voorbereiding naar toe kunnen gaan. Voor de zekerheid heb ik een aantal campings gemaild met de vraag of een reservering nodig was. Van de meeste kreeg ik terug dat we gewoon aan kunnen komen waaien. Dus kampeerspullen in de auto, de eerste overnachting in Bazel boeken en gaan!
We vertrekken in alle vroegte naar Bazel. Bij Barendrecht kom ik erachter dat ik de zonnekap van mijn lens ben vergeten, dus draaien we weer om en rijden terug naar huis. Onze voorsprong is nu wel verdwenen, maar die zonnekap ga ik de hele vakantie missen. Thuis spring ik uit de auto, pak de zonnekap en we kunnen op pad … voor de tweede keer. Na een half uurtje zijn we weer bij Barendrecht en kan de vakantie echt beginnen. In Nederland is het druk op de weg, maar eenmaal in België laten we al die auto’s achter ons en rijden we over een nagenoeg lege snelweg. Op de heetste dag van het jaar, zo lijkt het, rijden via België, Luxemburg en Frankrijk richting Zwitserland.
In Bazel rijden we weer de drukte in, dus het duurt even voor we bij het hotel zijn. We parkeren de auto, checken in en niet veel later gaan we Bazel verkennen. Vanwege de nationale feestdag is het zo goed als uitgestorven in het centrum. Alleen in de fonteinen zijn mensen een feestje aan het bouwen. Welkom in Zwitserland! Als eerste lopen we tegen Basel Minster aan, een kerk die erg lijkt op Hogwarts. Vlakbij vinden we een uitkijkpunt over de Rijn en zien er veel mensen in drijven. Dat wil Wouter ook wel! De temperatuur is er zeker naar, maar heen en weer lopen zien we nu even niet zitten. Dus lopen we verder door Bazel. We eten een snelle hap bij de McDonald’s. Ergens bij een supermarkt, de enige die open is, halen Eamon en Wouter een toetje: bier en ijs. Op het uitkijkpunt ploffen we neer en kunnen de heren genieten van hun toetje. Daarna lopen we terug naar het hotel.
We checken uit en lopen weer de hitte in. We dwalen door de leuke straten van Bazel, komen langs een soort kasteel, bewonderen de oude stadspoort en zien weer mensen drijven in de Rijn. Het ziet er toch erg leuk uit, dus tot Wouters vreugde lopen we terug om de zwemspullen te halen. Het is nog wel even zoeken waar het startpunt is. Dan kunnen we eindelijk een duik nemen in de Rijn. Wouter en ik gaan eerst en even later wissel ik met Eamon. Het water is heerlijk koel. Wat een geweldige ervaring om in de Rijn door de stad te drijven. Een goed begin van de vakantie!
We klimmen de Rijn weer uit en lopen terug naar de auto; het is tijd om verder te gaan. Op naar Luzern. Hier komen we aan bij camping Lido waar ik vroeger ook altijd stond. In de hitte zetten we de tent op. Daarna helpt Wouter met koken en samen maken we bamisoep. Na het eten nemen we nog een kijkje bij het Vierwoudstedenmeer. We vinden een plek waar we het water in kunnen. Even afkoelen na een hete dag! De zon gaat onder en wij drijven in het water. Alweer een geslaagde dag! ’s Avonds barst het vuurwerk los vanwege de verjaardag van Zwitserland.
Wouter heeft de smaak te pakken, dus na het ontbijt lopen we naar het meer voor een ochtendduik. Het is vandaag wel wat kouder dan gisteren, maar zo zijn we wel meteen wakker. In de middag lopen we langs het Vierwoudstedenmeer naar Luzern. Wouter koopt van zijn zakgeld een ijsje voor we bij de Kapelbrug zijn; jeugdsentiment. We dwalen door Luzern: we bekijken een tweetal kerken, Wouter voert wat mussen, we klimmen naar de stadsmuur en genieten van het uitzicht. Daarna nemen we de bus terug naar de camping. Aan het water eten we het verse brood dat we net in de supermarkt gehaald hebben. ’s Avonds na het eten pakken we de Rummikub erbij; het begin van een vakantietraditie. Gelukkig vanavond geen vuurwerk, maar wel regen.
Ook de dag erna regent het nog praktisch de hele dag. Dus rijden we met de auto een rondje om het Vierwoudstedenmeer. Ook in de regen is het een mooi landschap. In Altdorf stoppen we bij het monument van Wilhelm Tell, de man van de appel en de pijl. We rijden zoveel mogelijk langs het water en dan rijden we het drukke Luzern weer in. Het regent maar door en als we opstaan, moeten we de tent in de regen inpakken. We hopen dat het op de volgende camping droog is!
Met een kletsnatte tent rijden we richting Kandersteg. We rijden nu steeds meer de bergen in. Zelfs in de regen en met de laaghangende bewolking is het nog prachtig. In Kandersteg is het koud en nat. Gelukkig klaart het al snel op en kunnen we de tent opzetten. Wouter heeft al meteen twee Nederlandse jongens gevonden om mee te spelen. Een ervan is onze ‘buurjongen’ uit de tent naast ons. Langzaam trekt het om ons heen open en komen de bergen tevoorschijn. Wauw! Wat een uitzicht hebben we vanaf de tent. Het is genieten. Als de avond valt, wordt het steeds kouder. Met dikke truien aan kijken we naar de prachtige sterrenhemel boven ons. Ook ’s nachts is het heel koud, het vriest gewoon. Ik doe extra kleren aan, maar krijg het niet warm.
De volgende dag staan we op met een strakblauwe hemel. De kou verdwijnt als de zon boven de bergen uit schijnt. Met een tas vol eten gaan we op pad. We klimmen de berg op naar de Oechinensee. Het is een behoorlijk steile klim over een breed pad, dat aanvoelt als de toeristische route. Het uitzicht op de bergen en de ontelbare watervallen is geweldig. Na een uur zijn we bij het meer. Het is echt waanzinnig mooi hier boven op de berg. We lunchen bij het meer waarna we langs de oever over de rotsen klauteren. De heren nemen een duik in het ijskoude water. Via een andere route lopen we weer terug naar de camping, deze keer wel een smal pad door niemandsland. Na een rondje van 10 km ploffen we voor de tent neer in het zonnetje. Wouter dwaalt over de camping, we maken een praatje met de buurvrouw en genieten van het uitzicht.
Tijd voor wandeling nummer twee. Deze keer krijgen we gezelschap, het vriendje van Wouter loopt met ons mee naar boven terwijl zijn ouders de andere route nemen. Met de twee jongens beginnen we aan de steile klim naar boven, het is een gezellig boel. Boven ontmoeten we de ouders van Thymen en splitsen we op. Via een smal pad klimmen we hoger en hoger. Het meer wordt steeds kleiner en het pad is behoorlijk smal. Maar wat een fantastisch uitzicht is het; de ruige pieken, de bomen en het meer. Het is een pittige wandeling, maar wel ontzettend mooi.
EEindelijk zijn we weer terug bij de Oechinensee. Hier nemen we een duik in het koude water, zelfs ik waag het erop. Heel toevallig komen we Thymen en zijn ouders weer tegen. Na de zwempartij lopen we met z’n allen naar het restaurant. Borreltijd! Tijd voor een drankje, een hapje en een ijsje voor de jongens. Met zijn allen lopen we de berg af en zetten de gezelligheid voor onze tent voort. Moe maar voldaan duiken we ons bed in. De dag erna maken we er een rustige dag van. We bezoeken het gezellige Thun. Hier lopen we langs de Aare en bekijken het kasteel. De rest van de middag genieten we voor onze tent. Boek erbij, snackje erbij. Kortom vakantie.
Na een rustig dagje is het tijd voor een nieuwe wandeling: de Gemmipas. We rijden naar de kabelbaan, dat scheelt ons 4 uur de berg oplopen. Hier komen we onze buren van de camping tegen. Dus met zijn allen lopen we naar de Gemmipas. Ik geniet van het weidse uitzicht. Bij de Daubensee pauzeren we voor de lunch. We lopen langs het meer en gaan op zoek naar eeuwige sneeuw. Dat wordt sneeuwballen gooien. En dan na uren lopen zijn we bij de Gemmipas. Hier zien we vele bergtoppen, waaronder de Matterhorn. We trakteren onszelf op een stuk taart voor we aan de terugtocht beginnen. We moeten er flink de pas in houden om de laatste gondel naar beneden te halen. Doodmoe komen we aan, maar we hebben het gehaald.
Na de lange wandeling naar de Gemmipas staat er nu een kortere wandeling op het programma. Deze keer naar de Doldendornhutte. Het is een route die steil de berg op gaat, grotendeels door de bomen. En dat is in deze hitte erg fijn. Na wat uren klimmen, worden we beloond met een prachtig uitzicht. We verlaten de bomen en lopen in de hete zon langs de bergkam. Bij de berghut eten we een stukje taart voor we aan de wandeling terug beginnen. We nemen nu een andere route naar beneden en komen na lang lopen in Kandersteg uit. Hier trakteren we onszelf op een bak ijs. Dat hebben we wel verdiend. De korte wandeling is iets langer geworden dan de bedoeling was.
Onze laatste dag in Kandersteg doen we rustig aan. Wouter bouwt dammen met Hessel in de beek. Daarna gaan we nog een laatste keer de berg op naar de Oechinensee. Wolken pakken zich samen en als we boven in de rij voor een ijsje staan, begint het te regenen. Even later begint het ook te onweren. Dat is niet zo prettig hier hoog op de berg. In de regen beginnen we snel aan de afdaling, maar gelukkig heeft Eamon poncho’s meegenomen. De rest van de middag zitten we met thee en wat lekkers in de tent te schuilen voor de regen. Als het droog is, is het tijd voor een potje badminton.
TTijd om de tent weer in te pakken en deze geweldige plek achter ons te laten. Vlak bij de camping rijden we zo de autotrein op en een kwartier later zijn we aan de andere kant van de berg. In de buurt van Zermatt vinden we een camping met, alweer, een mooi uitzicht. De volgende dag staan we vroeg op en nemen de shuttlebus naar Zermatt. Hier stappen we over op de Gornergratbahn. De Matterhorn prijkt al tussen de andere bergen. Het is al een geweldige rit naar boven. En eenmaal boven is het alleen nog maar mooier. Wat een uitzicht! De lucht is blauw, zonder een wolkje aan de hemel. We lopen langzaam naar beneden met onze blik alsmaar op de Matterhorn, die steeds meer achter de wolken verdwijnt. Wat een prachtige wandeling, maar wel ietwat aan de lange kant. We pauzeren bij een berghut met uitzicht op de Matterhorn. Na uren lopen komen we in een druk Zermatt aan. Hier trakteren we onszelf wederom op een bak ijs voor we de shuttlebus terugnemen. Tijd voor een warme douche en bijkomen voor de tent.
’s Ochtends is het een race tegen de klok om de tent in te pakken voor de bui losbarst. Net als de eerste druppels beginnen te vallen, stoppen we de laatste spullen in de auto. De ruitenwissers maken overuren als we de camping afrijden. We maken een tussenstop in Brig, waar het langzaam droog wordt zodat we nog wat van de stad kunnen zien. Daarna rijden we door naar Nax om een bezoek te brengen aan Pascalle, de duikvriendin van Eamon. Hier borrelen we in de tuin, genieten van een heerlijke maaltijd en slapen weer eens in een echt bed. Samen met Pascalle bezoeken we de markt in Sion. Daarna trotseren we de steile klim in de hitte naar het kasteel van Sion en de kerk. We zetten de tent op een rustige camping in Sion op. Wouter neemt nog een duik in het meertje voor de zon ondergaat.
Pascalle staat alweer in alle vroegte voor onze neus met verse chocoladebroodjes. Hmmmm. Het is tijd om naar Lac Chillon te rijden. Eamon gaat met haar aan de voet van het kasteel van Chillon duiken. Hier ontmoeten we een andere duikvriend van Pascalle. Wouter en ik vermaken ons op het strandje en in het water met uitzicht op het kasteel terwijl Eamon een kijkje onderwater neemt. Daarna bezoeken we het mooie kasteel van Chillon. Terug op de camping nemen we afscheid van Pascalle. Morgen gaan we weer verder.
De ‘Final Countdown’ schalt uit de speakers als we naar de Simplonpas rijden. We nemen de ene na de andere bocht en komen steeds hoger. Boven op de pas is het tijd voor de lunch. Aan de andere kant rijden we over een smalle weg naar beneden en komen zo in Italië uit. Het is een prachtige route. Eamon maakt een stop bij een gelateria. We kunnen natuurlijk niet door Italië rijden zonder een ijsje gegeten te hebben.
Vlak bij Bellinzona vinden we een leuke camping met zwembad. ’s Nachts begint het flink te onweren. Wouter merkt er allemaal niets van en slaapt gewoon door. Ook in de ochtend regent het nog, dus wordt het een dagje camping. Als het eindelijk opklaart, stijgt ook de temperatuur. Wouter neemt zijn kans en probeert gelijk het zwembad uit. ‘s Avonds heeft hij zijn zinnen gezet op pizza. En waar kan je dat het beste eten … in Italië! Dus rijden we langs Laggo Magiore naar de grens en stoppen bij het eerste Italiaanse dorp dat we tegenkomen: Cannobio. Hier vinden we een pizzeria aan de kleine boulevard. Dat laten we ons goed smaken. Als toetje kopen we nog ergens een ijsje.
Na het ontbijt is het tijd om weer op pad te gaan. We rijden naar Valle Versasca. Het is een mooie vallei maar ook redelijk druk bezocht. We beginnen helemaal aan het eind van de vallei bij het dorpje Sonogno. Hier lopen we naar de Froda waterval. Het is een heerlijke plek waar we op de stenen in de rivier genieten van het uitzicht en het gekabbel van de rivier. Lunch erbij. Biertje. Heerlijk! Bij de Ponte dei Salti is het een drukte van belang. We hebben geluk en kunnen de auto ergens parkeren. We nemen een kijkje bij de brug en klauteren een stukje langs de rivier. Wouter wil graag zwemmen en trotseert het ijskoude water. Ik besluit om ook te gaan zwemmen. Wat is het water koud. Mijn huid tintelt helemaal, maar als je eenmaal door bent, is het eigenlijk best wel lekker. Ik vind mezelf al stoer dat ik erin zwem. Eamon doet er nog een schepje bovenop en besluit om van de brug te springen, zoals we anderen ook hebben zien doen. Eamon klimt de brug op en springt van veertien meter het ijskoude water in. Wat een held! Terug op de camping, relaxen we bij het zwembad: biertje, Aperol, snackje.
Dan is het tijd om naar Bellinzona te gaan. We beginnen in Castle Grande waar we over de muur lopen, de torens beklimmen en tussen de kantelen lopen. Het is een geweldige plek met een waanzinnig uitzicht. We blijven er lang hangen. Elke keer vinden we wel een nieuwe plek om even te zitten. Daarna lopen we door het centrum van Bellinzona en zoeken we de weg naar kasteel nummer twee. Dat is een klim naar boven. Kasteel nummer drie ligt nog hoger, dus die slaan we maar over. We struinen door kasteel twee, lunchen langs de muur en dan is het tijd om terug te gaan. Het is opnieuw een hete dag. Dus op de camping duikt Wouter meteen het zwembad in.
Het is zo heerlijk hier dat we besluiten om nog een dag op de camping te blijven. Zo kunnen we op de laatste dag naar Valle Bavona met alweer een waterval. We nemen een kijkje bij de Foroglio waterval. We lopen steeds dichter naar de waterval en staan uiteindelijk op de rotsen. Voor we het weten klauteren we over de rotsen naar nieuwe plekken en vinden we nieuwe watervallen tussen de rotsen. Wouter vindt het geweldig om steeds verder af te dalen op zoek naar nieuwe routes. En dan staan we ineens helemaal beneden bij de rivier. Wat een avontuur! De terugweg door de vallei lijkt nog mooier dan de heenweg. We maken een tussenstop in Ascona waar we langs de boulevard lopen. Bij de supermarkt kopen we een cheesecake. Wouter helemaal blij. Op de camping maken we er een feestje van; zwemmen, bier, Aperol en cheesecake. Een waardige laatste avond.
Eamon en ik breken de tent af terwijl Wouter nog een laatste duik neemt in het zwembad. Het lijkt wel of het elke dag warmer wordt. Dan gaan we op weg naar Bern. Alweer de laatste bestemming van de vakantie. Op de valreep rijden we nog twee passen: de Nufenen en de Grimsel. Bovenaan de Nufenen koop ik het felbegeerde vaandel van de pas; jeugdsentiment. Dan laten we langzaam de bergen achter ons en rijden we Bern in. Op loopafstand van het centrum hebben we een hotel geboekt voor twee nachten. We eten wat makkelijks op de hotelkamer voor we een rondje door Bern gaan lopen. We dwalen door het centrum, komen langs de klokkentoren en lopen via een brug over de Aare.
Als we wakker worden, zit het weer niet mee. Regen tikt tegen het raam. Dus rustig aan en daarna chocolade inslaan bij de supermarkt. Als het zonnetje weer schijnt, is het tijd om Bern weer in te gaan. Het is nu een stuk drukker in de stad. We verkennen het centrum, nemen een kijkje in de berenput met echte beren en als het te druk wordt, lopen we terug. Vlak bij het hotel vinden we een pizzeria. Hier sluiten we de vakantie af met een overheerlijke en vooral grote pizza. Dan rest ons de volgende dag nog ruim 800 km en dan zijn we weer thuis. Het waren drie heerlijke weken!