Luxor en Cairo
Het land van de farao’s, oude tempels en verborgen graven met eeuwenoude schatten. Wat is er leuker dan je onderdompelen in de wondere wereld van een oude cultuur? De oude Egyptenaren waren kunstenaars met hun mooie tempels, kleurrijke graven en natuurlijk de piramides. Ze wisten indrukwekkende bouwwerken neer te zetten. Ik heb het altijd fascinerend gevonden, bijna met de paplepel in gegoten gekregen door een vader die regelmatig een trip maakt naar dit bijzondere land. In 1998 maakte ik mijn eerste trip en ik ben daarna meerdere keren terug geweest. Nu is het de beurt aan Wouter om kennis te maken met deze wondere wereld en om de hiërogliefen samen met Opa te leren ontcijferen. Maar vooral om nu eens echte mummies te zien. Wouter vindt het allemaal erg fascinerend en heeft meerdere keren gevraagd of de mummies echt leven. Na het zien van de mummies in Cairo Museum, is hij geloof ik eindelijk overtuigd dat het toch niet zo is.
Midden in de nacht komen we aan in Luxor. We krijgen twee kamers op de bovenste verdieping. De volgende ochtend maken we kennis met de Nederlandse Karin en haar Egyptische man Hamada, de eigenaren van het Nile Valley Hotel. Na het ontbijt nemen we de ferry naar Luxor om geld te pinnen. Eamon en ik kunnen niet pinnen omdat we vergeten zijn onze pas op werelddekking te zetten. Echte wereldreizigers dus… Gelukkig heeft mijn vader dat wel gedaan. Dus met een volle portemonnee drinken we nog een kopje koffie bij het café vlakbij de Luxor Tempel voor we weer teruggaan naar het hotel.
Na een rustige eerste dag bezoeken we de dagen erna tempels en graven. Het eerste waar we stoppen zijn de Kollossen van Memnon. Toen ik voor het eerst Egypte bezocht, was dit het eerste wat ik zag. Nu staat Wouter hier te kijken naar twee enorme beelden, het enige wat is overgebleven van een immens tempelcomplex. Het is apart om deze beelden zo in een verlaten landschap te zien. Deze keer zijn er een paar nieuwe graven open dus we gaan naar Qurnet Murei voor de graven van Amenemhab, Amenhetep en Huy. Ook bij Deir el-Medina zijn er nieuwe graven open: Amennakht en Neb-n-Maat tot grote vreeugde van mijn vader.
We bezoeken de vallei van de Koningen en verschillende graven bij Qurna, El-Khokha en El-Assisif. Qurna is inmiddels een verlaten heuvel. Vroeger stond het vol met huisjes en moest je je weg zoeken langs kinderen die popjes wilden verkopen. Nu is het verlaten, de meeste huisjes zijn verdwenen en de ingangen van de graven zijn niet langer verborgen. Medinet Habu is een grote favoriet, we gaan er dan ook 2 keer naar toe. De rust, het geluid van de vogels en de nog overgebleven kleuren maken dit een bijzondere plek. Mijn vader en ik kunnen hier uren rondlopen terwijl de rest afhaakt en in het koffietentje voor de ingang op ons wacht. Ook de Luxor Tempel vind ik bijzonder als het donker is geworden. Het weinige licht geeft iets extra’s aan het sfeertje en als dan ook nog de maan zich laat zien vlak boven de zuilen is het plaatje compleet.
De Tempel van Karnak mag niet ontbreken met zijn immens hoge zuilen. Om er te komen nemen we een bootje, het is een half uurtje varen over de Nijl. De oever van de Nijl gaat langzaam aan ons voorbij voor we worden afgezet vlakbij de ingang van Karnak. Een boottochtje over de Nijl is altijd leuk. We bezoeken het museum van Luxor en eten voor de verandering een keer in Luxor ipv op het dakterras van ons hotel. Ik maak een ritje op een ezel door El Gezira. Het was de bedoeling dat Wouter op de ezel zou rijden, maar hij durfde toch niet. Uiteindelijk kwam hij er toch bij zitten. .
Inmiddels heb ik alles in Luxor al meerdere keren gezien, maar elke keer ontdek je wel iets nieuws als je rondloopt. De kleurrijke graven van de Farao’s of belangrijke personen blijven indrukwekkend, de tekeningen en muren vol hiërogliefen zijn fascinerend. Er blijft genoeg te zien.
Ook maken we een uitstapje naar Abydos, zo’n 2,5 uur rijden van Luxor. Onze chauffeur neemt deze keer een alternatieve weg naar Abydos. In plaats van de snelweg rijden we dwars door de dorpen heen. Een hele leuke weg want zo zien we een ander Egypte. In Abydos staan 2 grote tempels, 1 van Ramses II en 1 van Sethi I. De Tempel van Sethi I is compleet overdekt. Je kan urenlang dwalen door de vele gangen en kamers waar de muren bedekt zijn met rijen hiërogliefen en ontelbare tekeningen. De Tempel van Ramses II heeft geen plafond meer dus loop je in de volle, brandende zon, deze is ook een stuk kleiner maar nog erg kleurrijk. Na de 2 tempels is het tijd voor de lunch, het is een verademing om in de koelte te kunnen zitten. Na de lunch rijden we via Dendera terug naar Luxor. Dendera is de Tempel van Hathor. In deze tempel voel ik me altijd Indiana Jones. Donkere gangen en donkere kamers maken het een bijna mysterieuze plek.
Uiteraard is er ook tijd om af te koelen in het zwembad of te genieten van het uitzicht op het dakterras van Nile Valley hotel. Wat een mooi uitzicht op de Nijl heb je daar. Zelfs vanuit ons bed kunnen we de Nijl en de Tempel van Luxor zien. Ook kunnen we door het rustige dorpje El Gezira lopen, een groot contrast met het drukke Luxor. Voor 1 pond sta je zo met de ferry aan de overkant van de Nijl.
Soms ontmoet je iemand en dan klikt het gewoon. Mijn vader kent Nasser al jaren. Hij woont met zijn familie op de Westbank in El Gezira, tegenover Luxor. Wat ons bezoek aan Egypte extra bijzonder maakt, is hun gastvrijheid. Om bij hun thuis op de thee te komen of getrakteerd te worden op een heerlijke maaltijd. Met zijn allen zitten we buiten op de ‘stoep’ met een kopje thee ergens in een rustig zijstraatje van het dorp. De kinderen rennen om ons heen, andere staren naar ons of zwaaien als ze langs lopen. Het is bijzonder om te zien dat ze hier zo weinig hebben en toch zo ontzettend gastvrij zijn. Het leven is zo anders dan wij in Nederland gewend zijn. Zij laten ons de andere kant van Egypte zien. Dit is het echte Egypte, een wereld naast de ontelbare schatten en oude tempels.
De laatste 2 dagen brengen we door in Cairo. Hier bezoeken we het Cairo Museum met zijn ontelbare zalen vol met beelden, sieraden, sarcofagen en andere schatten. Er is zo veel te zien dat je hier terug kan blijven komen. Een van mijn favoriete beelden is ‘De Schrijver’. Zijn ogen lijken net echt en zijn gezicht is heel fijntjes. Naast het museum zit de Ritz waar we terecht komen voor de lunch. We kunnen genieten van een groot buffet. Wouter staat te watertanden bij de toetjes. Dus lunchen we hier niet 1 keer maar 2 keer deze vakantie.
Naast het museum kunnen de piramides ook niet ontbreken. Eindelijk staat Wouter oog in oog met de piramides van Gizeh. Ze zijn nog groter dan hij had gedacht. Bij Sakkara gaan we naar de trappenpiramide en de piramide van Unas, die is na jaren weer open dus we grijpen onze kans en nemen een kijkje in deze piramide. Via een smalle gang lopen we een stukje naar beneden. We komen uit in 2 kleine kamers. De muren staan vol met hiërogliefen, verder is er niets te zien. Ook bezoeken we hier een paar nieuwe graven waaronder het graf van Maya en het graf van Meryneith.