Kamperen in de Dolomieten en Slovenië
De Dolomieten staan al heel lang op mijn lijstje. De naam alleen al klinkt bijna magisch. Dit jaar besloten we om de Dolomieten te combineren met Slovenië, dat niet ver uit de buurt ligt. De Dolomieten strekken zich uit over een groot gebied, dus het was een uitdaging om te bepalen waar we heen zouden gaan. Uiteindelijk kwam ik uit op het de vallei Alta Badia en het plaatsje Colfosco. Hier lag een camping tussen de indrukwekkende bergen met wandelroutes die direct vanaf de camping beginnen.
De rit van bijna 1100 km vonden we iets te lang om in 1 keer te doen dus planden we een overnachting in Nürnberg. Helaas stond er zoveel file, zowel in Nederland als in Duitsland, dat we pas tegen 23:00 bij het hotel aankwamen. Dus was er geen tijd meer om de benen te strekken in het oude centrum van Nürnberg. Dat deden we na het ontbijt voor we verder reden naar het zuiden.
De camping in Colfosco stelde niet teleur. Mooi sanitair, genoeg plek en wat een adembenemend uitzicht. We hebben er 5 dagen van kunnen genieten. Vanaf de camping hebben we meerdere wandelingen gemaakt. Met de kabelbaan omhoog of aan het eind weer naar beneden. Wouter ging als een speer de berg op en af en haalde iedereen in. Verder hebben een rondje passen gereden, de Sella Ronde. We zijn met de kabelbaan bij de Pordoi pas omhoog gegaan en hebben in de sneeuw gestaan. De Dolomieten … Wat een bergen. Ze zijn nog mooier dan ik me had voorgesteld. De lichtgrijze bergtoppen, het groene bos, meren, valleien. Het is was genieten.
Na 5 dagen pakten we de tent weer in en was het tijd voor Slovenië. Een vriendje van Wouter uit zijn klas ging in dezelfde tijd ook naar Slovenië. Dus onze eerste bestemming werd de camping waar Romain ook was: Šobec. Deze camping was van een heel ander kaliber dan die in de Dolomieten. Wat een grote camping, wat een drukte. We vonden een plek die toevallig vlakbij het huisje van Romain bleek te liggen. Zo konden de kids heen en weer tussen de tent en het huisje. Het werden 4 dagen van gezellig samen eten en borrelen, zwemmen in het meer bij de camping of relaxen bij de rivier. In de omgeving hebben we de Savica waterval bezocht en het meer van Bohinj. Hier moest natuurlijk ook even in gezwommen worden. Verder zijn we naar de overvolle Vintgarkloof geweest. Het was een indrukwekkend stukje natuur, maar het was zo druk. Eerst stonden we in de rij om naar binnen te mogen en aan het eind was het file lopen. Zo had ik mij Slovenië niet voorgesteld, ik verwachte meer rust en minder toeristen. Blijkbaar is dit een populaire bestemming onder de Nederlands die van en naar Kroatië reizen. Het verlaten Kasteel van Kamen of het stadje Radovljica waren heerlijk rustig. Het kasteel was typisch zo’n plek waar je ongestoord een kijkje kon nemen in alle hoeken, gaten en kieren. We zijn ook met zijn allen een dagje wezen varen op het meer van Bled. We huurden een roeiboot en gingen het meer op. Op het kleine eilandje in het midden aten we een ijsje voor we weer terug roeiden. Als afsluiting bezochten we een veel te duur Dino Parc, best leuk maar niet voor die prijs. Voor we ieder onze eigen weg gingen, bezochten we de Peričnik waterval. Hier kon je achter het water door lopen. Een indrukwekkend stukje natuur.
Wij gingen door naar de Soča vallei. Er waren campings genoeg maar geen bijna allemaal hadden ze geen plek. Gelukkig vonden we uiteindelijk een plekje op een rustige camping. Vanaf hier reden we langs de Soča rivier, bezochten de kloven en de bron van de Soča. Om bij de bron te komen moesten we een pad de berg op volgen en een laatste stukje met behulp van kettingen over rotsen klauteren. In half verscholen gat in de berg konen we de helderblauwe bron was helderblauw zien. We volgden het water een stukje de berg af en genoten in alle rust op een plekje bij een kleine waterval waar we bezoek kregen van vlinders.
De volgende stop werd Piran. De vele vooral grote en niet op tenten ingestelde campings waren niet aan ons besteed dus besloten we een nacht in een hotel te slapen. Piran was een leuk en vooral warm stadje aan de zee. Tussen Piran bekijken konden we een duik in de zee nemen of een ijsje eten op de boulevard. We lunchten aan diezelfde boulevard met uitzicht op zee. Het was heerlijk struinen in de smalle, vooral koele, straatjes van Piran met zijn gekleurde huisjes.
Na Piran reden we door naar een rustiger stukje van Slovenië: de Sloveense Karst. Hier vonden we een hele ruime camping. Op een heel groot veld stonden aan de randen de tenten. Wat een verschil met de eerdere campings in Slovenië. ’s Avonds werden we getrakteerd op de bloedmaan en ook de sterren lieten zich zien. We bezochten hier de grotten van Škocjan. Met een dikke trui daalden we af en liepen we door de grotten. Het was net Moria in Lord of the Rings compleet met brug waar Gandalf de Balrog trotseert. Na de hitte van boven was de koelte ondergronds een welkome afwisseling.
Via het Predjama Kasteel reden we naar Ljubljana. Dit kasteel was op een bijzondere plek gebouwd. Niet op de rotsen maar half in de rotsen. Een leuk kasteel wat we moesten delen met vele toeristen. De hoofdstad Ljubljana kon niet ontbreken. De dag ervoor hadden we een luxe hotel geboekt op nog geen steenworp afstand van het centrum. Dus we konden door het centrum wandelen afwisselen met een bezoekje aan het zwembad. Het zwembad bevond zich op de bovenste etage van het hotel en vanaf het balkon konden we zo over Ljubljana uitkijken. Wat een luxe! Ljubljana was een leuke stad en oogde vriendelijk en relaxed. ’s Avonds vonden we een terrasje langs de rivier voor een overheerlijke hamburger.
We lieten de hoofdstad achter ons en zetten koers naar het noordoosten van Slovenië. Hier hadden we een plekje aan het meer van Velenjsko. De temperatuur was de afgelopen dagen hoog dus een duik in het meer was heerlijk. We bezochten de Romeinse Necropolis van Šempeter en Celje. De omgeving was bezaaid met hopplanten. Nu het bier nog! Celje had een leuk museum en een oud kasteel, beide waren niet druk.
Vanwege de hitte op de camping besloten we om een dag eerder te tent op te breken en alvast richting huis te rijden. We maakten een kleine tussenstop in het pittoreske Ptuj, een leuk oud stadje met een kasteel. Hier vond Wouter eindelijk zijn langgezochte vogelfluitje, die Romain ook had. We reden verder naar Graz en liepen door het oude centrum. We sliepen in een leuk appartementje in het Oostenrijkse Semriach met uitzicht over de bergen. Wat een verademing was het toen het ’s avonds afkoelde.
We braken de thuisreis weer op in 2-en. Deze keer maakten we een tussenstop in Würzburg. We liepen door het oude centrum, over de oudste brug van Würzburg de Alte Mainbrücke, zagen de Residentie van buiten en konden voor Wouter nog wat Nexo Knights plaatjes scoren. ’s Avonds genoten we van Wiener Schnitzel mit pommes buiten op een terrasje met als toetje een ijsje. De laastte dag sloten we in stijl af met een warme dag in een leuk uit stadje.
Foto’s: