Egypte 2018
De 70ste verjaardag van mijn vader is voor ons een goede reden om naar Egypte te gaan. Niet dat we die nodig hebben. Dus reizen we in de herfstvakantie naar Luxor. Omdat zijn verjaardag op zondag valt, vragen we voor Wouter een dag extra vrij zodat we maandag pas hoeven terug te vliegen. Ook Eamon viert zijn verjaardag dit jaar in het land van de farao’s.
Op zaterdag vliegen we met Egypt Air via Cairo naar Luxor. Het is zoals gewoonlijk weer haasten op het vliegveld van Cairo om een visum te kopen, door de douane en beveiliging te gaan en om bij de goede gate te komen. Maar we hebben het gehaald. Karin heeft ons verzekerd dat er deze keer echt een taxi op ons staat te wachten bij het vliegveld van Luxor, maar ook nu is er geen spoor te bekennen van een taxi. Gelukkig zijn er altijd wel taxi’s beschikbaar dus in de, voor Egyptische begrippen, koele avond onderhandelen we met een paar taxichauffeurs en in een mum van tijd zijn we op weg. De vertrouwde geuren komen door het taxiraam naar binnen als ik in het donker probeer uit te maken waar we ongeveer zijn. De rit lijkt langer te duren dan normaal, maar na een klein uur stoppen we dan voor een bekend gebouw: Nile Valley Hotel. We zijn er! Deze keer is er nog iemand wakker en kunnen we snel ons bed in duiken. Mijn vader en Charlotte krijgen de nieuwe, luxe kamer boven die van ons. Wij hebben nu de kamer waar zij vorig jaar sliepen.

Bij het ontbijt worden we begroet door bekende gezichten. Ook Karin en Hamada komen even gedag zeggen. We doen rustig aan vandaag. We nemen de veerpont naar de overkant voor een bezoek aan de ATM. We hebben er zowaar aan gedacht om onze pas op werelddekking gezet. Daarna drinken we een kopje koffie en thee bij een café voor we weer teruggaan. Luxor is altijd een stuk drukker dan het rustige Gezirat el-Bairat. We brengen de middag door aan het zwembad of ik zit op het balkon met uitzicht op de Nijl en de tempel van Luxor. ’s Avonds genieten we van een heerlijke maaltijd, uiteraard staat er rode linzensoep op het menu. Als het donker is geworden, is het heerlijk vertoeven op het balkon. De warmte, de rust en het uitzicht maken het een plek waar ik elke avond even geniet.

De volgende dag rijdt Nassar ons in een witte taxi naar de Tempel van Hatsjepsoet. Eerst halen we de tickets bij de ticketoffice, waar ik alvast een blik werp op de bekende heuvels en de verlaten, vervallen huisjes van Qurnet Murei. Het is een hete dag vandaag. Met de brandende zon op ons hoofd lopen we naar de tempel van Hatsjepsoet. Wouter en Charlotte nemen het treintje. Wouter boft en mag naast de chauffeur zitten in de locomotief. Zwaaiend komen ze voorbij. Deze tempel, gebouwd in lagen tegen de berg, is zo anders dan de andere tempels. Eerst bekijken we links en rechts de onderste delen van de tempel voor we de lange trap oplopen naar het bovenste deel. Hier is een deel open dat ik nog niet gezien heb. We lopen allemaal op ons eigen tempo door het complex. Wouter en Charlotte zoeken al snel de schaduw van de trap op. De grillige bergen steken boven de tempel uit wat het geheel een imponerend uitstraling geeft. Als laatste loop ik langs de rij met grote beelden waarvan de eeuwig waakzame ogen in de verte turen.

Hier vlakbij bezoeken we nog het graf van Pabasa (TT279). We lopen de trap naar beneden maar staan voor een dichte deur. Het duurt even voor er een man aan komt lopen. Hij opent de deur en we lopen door een grote kamer met zuilen en muren met reliëf. Daarna nodigt hij ons uit om een kopje thee te drinken bij zijn wachtershuisje. Via een stoffig pad lopen we nog even langs een grote kuil. Als we erin kijken, zien we een deel van de restanten van het graf van Montuemhat (TT34). In de muren zijn kolommen en andere versieringen uitgehakt. We lopen verder en komen aan bij een klein huis dat op een kleine heuvel ligt. Hierdoor kunnen we naar alle kanten kijken. Het duurt even voor de thee klaar is, de thee wordt provisorisch gekookt op een verwarmingselement. Ondertussen zit ik op een bankje en geniet van het uitzicht. De bewaker is een gezellige en vriendelijke jongeman en zijn Engels is verrassend goed.

We lunchen bij Mohammed. De tafel wordt vol gezet met heerlijke gerechten en ook de mangojuice is heerlijk. Het is altijd een klein feest bij Mohammed. Voor we terug naar het hotel rijden, bezoeken we nog het graf van Ramose (TT55) in Qurna. Dit vind ik een heel mooi graf; het reliëf op de muren is fantastisch. Daarna sluiten we de dag af aan het zwembad. Even afkoelen en het stof van ons afspoelen.

Vandaag staat mijn favoriete plek op het programma: Medinet Habu. Het is altijd geweldig om door deze oude tempel te struinen. Er hang een rustgevende sfeer – het is een combinatie van het getsjilp van de vogels, de warmte en de restanten van vroegere glorie – en ik kan er geen genoeg van krijgen. Wouter en Charlotte haken snel af en zoeken de koelte op in een van de koffietentjes voor de ingang. Eamon struint ook ergens door de tempel. Ik loop met mijn vader nog een rondje om de tempel voor we het ook voor gezien houden. Als we terug zijn, lopen we eerst langs de winkeltjes voor wat groente, fruit en de nodige snacks. Voor een habbekrats hebben we lunch en andere lekkernijen. Daarna duiken we weer het zwembad in. Vanaf het balkon kijk ik hoe de avond over Luxor valt. Voor het hotel aan de oever van de Nijl is het altijd een drukte van belang. ’s Avonds eten we zoals gewoonlijk op het dakterras.

Deze keer nemen we na het ontbijt de boot naar de tempel van Karnak. Dat scheelt ons een stuk lopen. Het is weer een hete dag vandaag, dus blijven we lang hangen in de schaduw van de immense pilaren in de hypostylehal. Deze keer heb ik een groothoeklens dus is het leuk om de tempel op een andere manier vast te leggen. We lopen een rondje door het grote complex. Er is zoveel te zien. Bij elk bezoek zie ik weer iets nieuws. Met een kalesh gaan we terug naar het centrum van Luxor. Hier nemen we een boot naar de overkant terug naar de westbank. Tijd voor een duik om af te koelen.

De volgende dag gaan we gewapend met een ticket voor de camera naar de Vallei van de Koningen. Eindelijk mogen we weer fotograferen in al die graven. Na jaren van geduld mogen we eindelijk weer eens los. We hebben dan ook een flinke stapel tickets gekocht. Met het treintje rijden we door de vallei naar de graven. We beginnen bij Ramses IX (KV6). Wouter en ik wisselen elkaar af om foto’s te maken. Zo sta ik ook nog eens op de foto en is Wouter ook lekker bezig. Hierna gaan we naar Ramses V/VI (KV9), een van de mooiere graven. Dan volgen Siptah (KV47), Tausert/Setnakht (KV14), Sethi II (KV15) en Merenptah (KV8). Als laatste gaan we naar Ramses IV (KV2). Hier gaat mijn vader op de grond liggen om beter foto’s te kunnen maken. Er komt meteen een bewaker aangelopen: ‘Sir, are you alright?’, die is niet gewend dat toeristen zo gek zijn om op de grond te gaan liggen voor een foto. Helaas is het kleine graf Montu-herkhepesef weer niet open, dit is één van mijn favorieten. Ook mijn vader is lichtelijk teleurgesteld als Horemheb, alweer, gesloten is. Na zeven graven en een paar honderd foto’s zijn we er klaar mee. Tijd om terug te gaan. Ik kijk nog even naar de bergen die naast me oprijzen. De Egyptenaren hebben een indrukwekkende plek gekozen voor hun laatste rustplaats.

Mijn vader en ik hebben nog geen genoeg van Medinet Habu dus besluiten we om nog een keer te gaan. Charlotte en Eamon blijven met Wouter in het hotel en installeren zich bij het zwembad. Samen met mijn vader struin ik wederom door Medinet Habu; ik met zijn groothoeklens, hij met mijn telelens. Dat levert weer eens andere foto’s op. Daarna rijden we door naar Qurna voor het graf van Menna (TT69), dit vind ik een van de mooiere graven. Het is alweer een tijd geleden dat ik er geweest ben. Hier zijn nog veel scenes uit het dagelijks leven te zien. Als laatste brengen we een bezoekje aan Nakht (TT52). Dit is een klein graf maar heeft nog een bijzonder mooie muurschildering. Door het glas dat ervoor staat en bedekt is met een dikke laag stof is deze helaas niet te fotograferen. Als we terug in het hotel zijn, sluiten we ons aan bij de rest. Tijd voor lunch en een duik in het zwembad. Aan het eind van de middag komt Nassar en wandelen we met zijn allen een stuk langs de Nijl. We komen langs huizen en wandelen door een bananenplantage. Zo zien we een heel ander Egypte.

Als we wakker worden is het feest. Eamon is jarig! Eindelijk kunnen de meegebrachte cadeaus uit de tas. Als je jarig bent, mag je kiezen wat je wilt doen. Eamon wil graag naar de Vallei van de Koninginnen en het graf van Nefertari bezoeken. Dit erg mooie graf is lang gesloten geweest en om naar binnen te komen betaal je ook een flinke duit. Voor we weggaan, pakken we alle spullen in. Vanavond verhuizen we voor een nacht naar een appartement hier vlakbij. Karin krijgt een grote groep en heeft onze kamer nodig.
In de Vallei van de Koninginnen bezoeken we eerst de graven van Khaemwaset (QV44), Amenherkhepsef (QV55) en Tyti (QV52) voor we afsluiten met het graf van Nefertari. Mijn vader en Charlotte blijven buiten. Dus met zijn drieën dalen we de trap af naar het graf. Wouter wilde ook per se mee het graf in. Behalve de bewakers is er verder niemand. We kunnen op ons gemakje kijken. Wat een prachtig en indrukwekkend graf is het toch. De kleuren zijn nog zo mooi. Mijn handen jeuken, maar de camera mag niet mee het graf in. Officieel heb je maar twintig minuten, maar gelukkig nemen de bewakers het niet zo nauw met de tijd.

Van de Vallei van de Koninginnen rijden we naar Deir el-Medina, het dorp waar de vakmensen vroeger woonden. Het is een hele klim om bij de graven te komen. Alle graven liggen in de berg en we beginnen natuurlijk bij het hoogste graf: Pashedu (TT3). De ingang wordt bewaakt door Anubis. Een smalle gang met aan weerszijden een afbeeldingen van Anubis is toch een indrukwekkende binnenkomer. Ook dit graf is nog in schitterende staat. Daarna volgt Nakhtamon (TT335). Doordat er in dit graf alleen de kleuren zwart, wit, geel en een vleugje rood zijn gebruikt, voelt het bijna als monochroom aan. Amennakht (TT218), Nebenmaat (TT218) en Khaemteri TT220) zijn de laatste drie die we bezoeken en delen een gemeenschappelijke ingang. Het zijn kleine ruimtes, dus we wisselen steeds van plaats. Zo zitten we allemaal verspreid en hebben een kamer vol met prachtige muurschilderingen voor ons zelf alleen.

’s Avonds vieren we Eamon’s verjaardag samen met Nassar. Als toetje komt er taart en wordt Eamon uitgebreid toegezongen door de mensen van het hotel. Na het eten lopen we in het donker terug naar ons appartement, hier is het even zoeken naar de lichtknopjes.
Als we wakker worden, proberen we zo stil mogelijk de ballonen op te blazen. Deze gooien we allemaal in de woonkamer. Als mijn vader wakker is, is het tijd voor cadeautjes. Daarna lopen we terug naar Nile Valley voor het ontbijt. De koffers worden later gebracht. Na het ontbijt nemen we een boot naar de overkant en bezoeken we het Mummificatie Museum. Het is een leuk, maar klein museum. Daarna lopen we wat door Luxor en wandelen we door de soeks. De laatste middag van onze vakantie brengen we grotendeels aan het zwembad door. ’s Avonds vieren we de verjaardag van mijn vader met Nassar, zijn vrouw en zijn jongste zoon. Ook nu komt er een taart en wordt er uitgebreid gezongen.

Het is een mooie afsluiting van onze vakantie. In het holst van de nacht moeten we ons bed uit om naar het vliegveld te gaan. We krijgen nog een ontbijtpakket mee. Dan stappen we in Luxor op het vliegveld. De koek is op, het is tijd om naar huis te gaan.