Thailand

Samen met André en Simon vliegen we naar Thailand. Tijdens onze overstap op Bangkok sluit Mintra zich bij ons aan en met zijn allen vliegen we verder naar onze eindbestemming: Chiang Mai. Als we het vliegveld uitlopen, komt de hitte ons al tegemoet en daar zijn we nog niet op gekleed. Voor ons gevoel komen we midden in de nacht in ons hotel, Wiryia House, aan, maar eigenlijk is het pas middag. Lang leve het tijdverschil. Vandaag is het 31 december dus we moeten nog even door bikkelen. We kunnen het nieuwe jaar niet aan ons voorbij laten gaan.

Als het donker wordt, lopen we met zijn allen naar het oude centrum van Chiang Mai. Hier is een grote Night Market. Voor Wouter is het allemaal een beetje overdonderend. Elk vreemd geluidje vindt hij eng. In de draagzak voelt hij zich iets veiliger en ook het kopen van een mooie grote drakenballon helpt iets. Boven ons is de lucht boven gevuld met zwevende lichtjes. Dus als we langs een lampionverkoper komen, laten we de kans niet schieten om er zelf ook een omhoog te laten. Door het slaapgebrek wordt het ook voor ons te druk en besluiten we om het nieuwe jaar af in het hotel af te wachten. Onder het genot van een biertje en een paar potjes tafeltennis tellen we de uren af. Dan barst het vuurwerk boven Chiang Mai los en is 2014 begonnen. Het enige waar ik nog aan kan denken is dat ik eindelijk kan gaan slapen.

2014 is begonnen

De volgende ochtend is Wouter niet wakker te krijgen; hij ligt compleet in coma. Pas in de middag zijn we allemaal klaar om op pad te gaan. We blijven drie dagen in Chiang Mai. Als eerste lopen we een rondje langs een aantal Wats: Wat Fon Soi, Wat Chet Lin waar Wouter op een gong het nieuwe jaar inluidt en Wat Chedi Luang met zijn oude stoepa. Overal worden offers gebracht voor het nieuwe jaar en is alles uitbundig versierd met slingers, vaandels en vlaggetjes. Er zijn complete pakketten te koop om aan de tempel te schenken. Wouter kijkt zijn ogen uit maar moet wel even aan deze nieuwe en kleurrijke wereld wennen. Een tuktuk brengt ons terug naar het hotel. Het is altijd weer een belevenis om in zo’n klein karretje door de stad te scheuren. ’s Avonds eten we op de Night Market en duiken we een bar waar we ons vermaken bij de pooltafel en het drie-op-een-rij spel dat op de tafel staat. Wouter doet gezellig mee tot hij instort op de arm van Simon.

Wat Chedi Luan

De dagen erna maken we een boottocht over de Mae Ping rivier naar een kleine boerderij. Na zo’n twee uur varen stappen we in een groene wereld uit. Even weg uit de drukke stad. Hier kunnen we genieten van wat vers fruit, Wouter spot een schommel en we kunnen langs wat planten lopen met naambordjes. Zoals een echte boerderij groeien ze hier van alles. ’s Avonds genieten we van een burger en pizza voor we weer op de Night Market terecht komen. Biertje, muziek … we vermaken ons prima.

De laatste dag huren we een paar scooters zodat we naar Doi Suthep, de tempel die op de heuvel even buiten Chiang Mai ligt. Met Wouter tussen ons in, crossen we de heuvel op. Als eerste stoppen we bij de Huaykeaw Waterfalls. Hier is het klimmen en klauteren over rotsen om bij de waterval te komen. Daarna dompelen we ons onder in de pracht en praal van Doi Suthep. Eerst moeten we een lange trap op met aan weerszijden grote slangen voor we het grote, gouden complex boven op de heuvel in kunnen. We laten onze slippers achter bij de ingang. Hopelijk kunnen we die nog terugvinden tussen de vele andere schoenen; het is hier behoorlijk druk. Rood-gouden tempels, gouden stoepa’s, boeddha’s en andere beelden, en natuurlijk de witte olifant; er is genoeg te zien. Als laatste rijden we naar Phu Ping Palace, het winterpaleis. Hier moeten we allemaal onze benen bedekken dus wikkelen we een doek om. Wouter wil ook eentje tot grote hilariteit van de dames bij de ingang. Ze moet de doek een paar keer omslaan omdat die anders te lang is, maar Wouter is helemaal blij met zijn nieuwe outfit. Helemaal in stijl lopen we een rondje door de rustige en vooral groene tuinen van het winterpaleis.

Huaykeaw Waterfalls

Dan is het tijd om door te reizen en nemen we de bus naar Chiang Rai. We rijden in een paar uur door het groene berglandschap van Noord-Thailand. Het is al donker als we eindelijk in Chiang Rai aankomen. Van de grote bus stappen we over op een grote tuktuk naar Bens Guesthouse. Ook hier weten we onze weg naar de Night Market te vinden. Het is een makkelijke en snelle hap en als je geluk hebt, is er ook nog muzikaal vertier. Met een biertje of een verse fruitshake is het goed vertoeven. 

We hebben de smaak te pakken dus ook in Chiang Rai huren we voor een paar dagen een aantal scooters. Het is heerlijk rijden hier. Er is niet veel verkeer en we kunnen zo veel van de omgeving zien. Zo gaan we naar de Khunkorn Waterfall. Eerst moeten we een stuk door de jungle lopen voor we bij een hoge waterval uitkomen. Op de terugweg stoppen we ergens voor de lunch: heerlijke pad thai. ’s Avonds maken we de Night Market onveilig. We slenteren langs de vele kraampjes. Wouter ziet van alles wat hij zou willen kopen. Samen met André waagt hij zich aan een aardappel op een stok. Op het plein genieten we van een makkelijke maar overheerlijke maaltijd. Wouter houdt het veilig bij frietjes. Normaal gesproken is hij gek op mango’s en rijst, maar hier waagt hij zich er (nog) niet aan.

Op de scooter door Noord-Thailand

Bij Wat Rong Khun, de witte tempel even buiten Chiang Rai, staan we voor een dichte deur. De tempel is helaas alleen open voor Thai, dus bekijken we de tempel van een afstandje. Terug in Chiang Rai bezoeken we Wat Phra Kaew, het bamboebosklooster, met bamboe, schildpadden en een smaragden boeddha. Het is er heerlijk rustig. Het voelt een beetje alsof we in een parkje lopen met al dat groen en niet in een grote stad. Daarna is het tijd om te zwemmen. Simon trotseert de warmte en gaat een rondje hardlopen.

Dan vliegen we door naar Surat Thani en pakken een busje naar Khao Sok NP. Voor drie nachten zijn een paar bungalows op palen met uitzicht op de karstbergen ons nieuwe onderkomen. We maken een boottocht over het Chiaw Lan Lake, een groot meer tussen de grijze karsttoppen. Hier en daar steken wat dode boomtoppen uit. Van een weids uitzicht komen we uit in een dichte jungle. Twee muren van groen rijzen naast ons op. Langzaam varen we tussen het groen door. Wat een rust! Dan begint onze wandeling door de jungle. We waden door rivieren en klimmen over rotsen. Wouter bekijkt het allemaal vanuit de draagzak.

En daar zit ik dan ineens alleen in de jungle met een klein kind. De rest van de groep is richting een grot vertrokken. Tijdens de tocht door de grot moet er ook gezwommen worden en dat vonden we met een driejarige geen goed idee. Dus blijven Wouter en ik hier wachten. Het is raar, maar ook genieten. Ver weg van de bewoonde wereld vermaken we ons prima. We gooien steentjes en takjes in de beek en ik luister naar de junglegeluiden. Als de groep weer uit de grot is, lopen we hetzelfde stuk weer terug om met de boot naar een klein drijvend dorpje te gaan. Hier kunnen we wat drinken en zwemmen in het groene water zwemmen. Te midden van een jungle dobberen we heerlijk in het water. Wauw! Het is genieten geblazen als we met de boot tussen de prachtige de prachtige karstbergen varen. Wouter ligt diep in dromenland en krijgt er niets van mee.

King of the World

De dag erna banjeren we op de rug van een olifant door de jungle. Na afloop voert Wouter de olifant nog wat suikerriet. Eamon, Wouter en ik lopen nog een rondje door het piepkleine dorpje. Veel herkennen we niet van de vorige keer toen we hier met Jaap en Truus in 2007 zijn geweest. Ook het hotel waar we toen sliepen, ziet er niet erg bekend uit. De rest van de middag brengen we met bier en snacks door op ons balkon. Heerlijk in het zonnetje. ’s Avonds eten we in het restaurant van het hotel. We zijn omringd door gekko’s en Wouter probeert ze steeds te zoeken als ze een geluidje maken. Hij heeft van Mintra al het Thaise woord geleerd: tjintjok.  

Een privébusje brengt ons naar de haven om met de boot naar Koh Phra Thong te gaan. De rit duurt ruim een uur op niet erg comfortabele houten banken. Uiteindelijk stappen we uit op een wit strand met een groene jungle op de achtergrond. Daar staat een jeep ons op te wachten, die ons naar het Golden Buddha Resort rijdt. We slapen hier in met zijn allen in een huisje omringd door groen: Naan Bua. We moeten het huis delen met kikkers en gekko’s, en waarschijnlijk nog een heleboel andere dieren die ik liever niet wil tegenkomen.

Koh Phra Thong

We brengen de dagen door op het strand of zitten bij ons huisje in de koele schaduw. Op onze veranda is het heerlijk vertoeven en we spelen vele potjes Jenga. Het strand hebben we praktisch voor ons zelf alleen. We zoeken krabbetjes, zwemmen in de zee, bouwen zandkastelen; het is echt vakantie. Met Blue Guru Diving maken we een paar duiken vanaf het eiland, Mintra en Simon doen een introductieduik en zijn helemaal enthousiast. Eamon en ik wisselen elkaar af met duiken zodat de ander bij Wouter kan blijven.

Elke avond genieten we van de zonsondergang en eten we met onze voeten in het zand even verderop in ons stamrestaurant. Het is een heerlijke plek om te blijven hangen en de massaman curry is fantastisch. Buiten het dure restaurant van het resort zijn er maar twee restaurants op het hele eiland. Na één maaltijd willen we de hele week niet meer anders. Om naar ons huisje te komen moeten we langs het strand lopen en het komt dan ook regelmatig voor dat we in het maanlicht het zeewater moeten trotseren. Als we dan te lang zijn blijven hangen, moeten we tot onze middel door het water waden.

Zonsondergang

Na een paar dagen komen ook Jaap en Truus aan op Koh Phra Thong. Met zijn allen vieren we de dag erna Wouter’s verjaardag. Eerst gaan we met de boot naar de Surin Islands om een paar duiken te maken. De niet-duikers kunnen snorkelen of zwemmen in het water. Na het duiken zet de boot ons op Koh Surin af. Met zijn allen slapen we in een groot, leeg huis boven op een heuvel. Er liggen en aantal matrassen op de vloer, maar verder is er weinig. De rest van de huisjes waren vol, dus mogen we in dit huisje slapen wat normaal niet verhuurd wordt. Dan is het tijd voor een klein feestje en komen de cadeautjes tevoorschijn.  Op een van de lange tafels in de kantine van het resort vieren we de verjaardag van Wouter. De dag erna kunnen we nog een even genieten van het mooie strand op Koh Surin voor de boot ons weer terug brengt naar Koh Phra Tong.

Strandpret

Na een week op een tropisch eiland geweest te zijn, is het tijd om terug te gaan naar de bewoonde wereld. De boot brengt ons naar het vaste land, waar we met een busje naar Phuket gaan. Met zijn allen vliegen we naar Bangkok. Hier nemen we afscheid van Jaap en Truus. Zij vliegen door naar Chiang Mai. Voor hun begint de vakantie, die van ons zit er alweer bijna op.  

Alweer in het donker arriveren we in ons hotel in Bangkok; Boonsiri Place Hotel. Inmiddels hebben we allemaal trek gekregen dus gaan we richting Khao San Road voor pad thai. Mijn favoriet! Ook Wouter laat het zich goed smaken. Aan het eind van de vakantie heeft hij eindelijk de noedels ontdekt! Op onze laatste dag gaan we naar Wat Pho met zijn grote liggende boeddha en natuurlijk Wat Phra Kaew en het paleis van de koning. In een piepklein restaurantje stoppen we voor de lunch waarna we bij Haagen-Dasz onszelf trakteren op een groot ijsje. Daarna gaan we op jacht naar de laatste souvenirs. We willen allemaal zo’n mat met een driehoekig kussen eraan meenemen. ’s Avonds kunnen de mannen in het hotel voetbal kijken onder het genot van een biertje en chips. En dan zit het er alweer op. Na 3 weken noedels en rijst moeten we weer naar huis en wordt het weer wennen aan de aardappels en de kou.

30 december 2013 t/m 20 januari 2014

Leave a Reply

Your email address will not be published.