Meren en watervallen in Jiuzhaigou
Met onze rugtassen op wandelen we vroeg in de ochtend door een rustig Chengdu. Bij een stalletje op straat kopen we een zakje dumplings voor het ontbijt. Een taxi zoeken blijkt een uitdaging, de eerste paar taxi’s hebben geen idee waar we heen moeten. Gelukkig begrijpt de derde wel wat we met onze wilde gebaren proberen uit te beelden: een vliegtuig. Hints is geloof ik niet onze sterkste kant, maar we zijn onderweg naar het vliegveld. Op het vliegveld kost het moeite om de juiste gate te vinden. Bijna niemand spreekt Engels, dan blijkt onze vlucht ook nog vertraagd te zijn. Na enig zoekwerk komen we erachter dat onze vlucht vanaf een ander gebouw vertrekt. Bij de gate wachten we geduldig op het vliegtuig, ik pak mijn boek erbij en de tijd gaat best snel. 1,5 uur later verschijnt er een vliegtuig en gelukkig is dat de onze. Voor we goed en wel opgestegen zijn, wordt de landing alweer ingezet, het is maar een vlucht van 40 minuten. Vanuit het kleine raampje kan ik uitkijken over een prachtig gebergte in herfstkleuren met witte toppen. Dat belooft wat!

Terwijl Eamon op de tassen wacht, haal ik alvast buskaartjes voor Jiuzhaigou. De chauffeur loodst ons snel naar het minibusje, als we zitten gaan we ook meteen op pad. De weg gaat slingerend door de bergen langs een woest kabbelende beek. Het is een rit van 1,5 uur. De herfst is in aantocht, tinten groen, geel, oranje en rood verschijnen al op de bergen en zorgen voor een prachtig uitzicht. Aan het eind van de middag komen we aan in Jiuzhaigou. Het minibusje zet ons af voor een duur hotel, tenminste voor onze begrippen; 300 Yuan per nacht is niet extreem duur, maar wij willen graag wat goedkopers. Dus gaan we op zoek naar een goedkoper alternatief. We slaan een aanbod af om in een kleine, donkere kamer zonder raam te slapen, met de wc ergens achter het huis op de vuilnisbelt. Met handen en gebaren vinden we uiteindelijk een prima en vooral betaalbare kamer.
Primeval Forest Pearl Shoal Falls
Na zo’n lange dag beginnen de magen te knorren. Tijd om wat te eten. Vlakbij het hotel vinden we een goed uitziend restaurant. Ook hier in het restaurant wordt het een potje hints spelen, een menukaart in het Chinees zonder foto’s is niet aan ons besteed. Eamon mag de keuken in en wijst een paar dingen aan. We zijn dan ook blij verrast wat voor lekkers er op ons bord terecht komt. Het eten is hier gelukkig minder pittig dan in Chengdu.
Heel vroeg gaat de wekker al, het is koud en donker. De lichten blijken het niet te doen, pas om 7 uur springen ze aan. Gelukkig hebben we hoofdlampjes mee en kunnen we onze spullen verzamelen. Met een dikke trui en jas aan gaan we de bijna vrieskou in, de thermometer op onze tas geeft 4 graden aan: Brrr. Gelukkig is het wel zonnig, dus we hopen dat het straks wat warmer wordt. We zitten hier ook op bijna 3000 meter hoogte. Onderweg halen we ergens weer wat dumplings, een snel en makkelijk ontbijt. Ze zijn alleen iets duurder dan we gewend zijn; of ze zijn extra lekker of we hebben de toeristenprijs betaald. Ik gok het laatste…

Bij de ingang van het Nationaal Park Jiuzhaigou is het al een drukte van belang. We kopen kaartjes bij het loket en in het huisje ernaast kunnen we er een digitale foto op laten printen. Zo kunnen we morgen ook nog het park in. Jiuzhaigou is een nationaal park wat op de rand van het Tibetaanse Plateau ligt. De naam betekent ‘negen dorpen vallei’. Er zijn dan nog steeds Tibetaanse dorpjes te vinden. Jiuzhaigou bestaat uit 3 valleien: de Zechawa Vallei, de Rize Vallei en de Shuzheng Vallei. De 3 valleien liggen in de vorm van een Y. Vandaag nemen we de rechter tak van het park: de Rize Valley. Er rijden de hele dag bussen heen en weer door het park, die zo’n beetje bij elk meer stoppen. We besluiten om aan het einde van het park te beginnen en dan terug te lopen naar de driesprong.

De bus staat al klaar en is bijna vol. Het is nog even wachten op de laatste mensen en dan gaan we rijden. We rijden langs bergen, meren en watervallen. Voorin de bus zit een vrouw van alles in het Chinees te vertellen over wat erbuiten te zien moet zijn. En elke keer roept de hele bus ‘Ohhhhh’, behalve wij dan. Wij proberen door de beslagen ramen een glimp op te vangen van het nationaal park. Pas bij de laatste stop stappen we uit: Primeval Forest, oftewel het oerbos. Het is koud, maar ontzettend mooi. Er ligt zelfs rijp op het pad en de bomen. De paden zijn gemaakt van houten planken en hier en daar best glad. Als eerste lopen we een rondje door het bos. Hier en daar kunnen we de grijze, imposante bergen erachter zien. Over de bomen op de berghellingen hangen nog wat flarden mist. Het is een schitterend plaatje!
Grass Lake Swan Lake
Vanaf hier volgen we het pad langs meren en watervallen. Als eerste komen we langs Grass Lake, een ondiep meer wat zijn naam eer aan doet. Tussen de nauwe bergwanden in, met bomen in beginnende herfsttinten, ligt een ondiep meer met overal stukken gras. De spiegeling in het meer maakt het weer een prachtig geheel. Het vlak ernaast gelegen Swan Lake lijkt heel erg op Grass Lake. Helaas zijn er geen zwanen waar het meer naar vernoemd is. Van tijd tot tijd zijn er uitkijkpunten het meer. Bergen reizen voor ons op, besneeuwde bergtoppen laten zich zien. Door het heldere water, vaak in tinten groen en blauw, zien we boomstammen in het meer liggen. Het is allemaal adembenemend mooi. De meeste Chinezen nemen liever de bus, dus wij genieten in alle rust van de prachtige omgeving. Bij een niet erg bijzondere grot, Eagle’s Claw Cave, is de weg afgesloten. Hierdoor moeten we voor een klein stukje de bus nemen.

We stappen uit bij Arrow Bamboo Lake, een enorm, blauw meer en verrassend ondiep. Door het heldere, blauwe water kunnen we de bodem zien. Aan de oevers van dit meer groeit Arrow Bamboo, waar het meer zijn naam aan dankt. Dit is het favoriete eten van de reuzenpanda, die hier nog rondom het meer leeft. Arrow Bamboo Lake mondt uit in een brede waterval. Het is een lange rots van zo’n 150 meter breed en begroeid met bomen waar het water tussendoor stroomt en dan 7 meter naar beneden klettert. Het is een bijzonder beeld.

Van een groot meer komen we ineens terecht op een pad tussen dichtbegroeide struiken. Alles staat onderwater en als we over het pad lopen zien we tussen alle planten door kleine meertjes en watervallen. Deze kleine wildernis komt uit bij een ander meer: Panda Lake. Ook dit is een groot meer, maar meer groen dan blauw. Aan het puntje van dit meer staan we oog in oog met een bijna 80 meter hoge waterval: Panda Falls. In verschillende niveaus valt het water naar beneden. Het is een geraas en gekonkel.

Dan komen we uit bij een prachtig meer, variërend van azuurblauw tot groen: Five Flower Lake. Op de bodem van dit meer liggen vele eeuwenoude boomstammen. De kleur verandert voortdurend als we er langs lopen. Ik geniet van het uitzicht, de bergen om het meer zijn begroeid met bomen in herfstkleuren. Op een plek is het een drukte van belang. Er wordt uitgebreid geposeerd door de Chinezen met of zonder Tibetaanse kleding, die je kan huren speciaal voor de foto. Wij vinden dit een goed moment om even uit te rusten, mensen te kijken en vooral van het uitzicht te genieten.

Bijna alle Chinezen lopen met camera’s rond. De man met een grote camera inclusief statief en de vrouw erachter met een kleine camera en de spullen. Heb je geen grote camera, maar een kleine camera dan hoort daar wel een statief bij. Vervolgens maken man en vrouw naast elkaar praktisch dezelfde foto. Dan moet er nog een foto komen van elke persoon apart en een groepsfoto. Als fotograaf mag je daarbij naar achteren lopen zonder op te letten en iedereen van zijn sokken lopen. Op de foto gaan is ook een serieuze aangelegenheid. Kijk zo serieus mogelijk in de camera of poseer als een fotomodel. Voor elke foto wordt minstens 5 minuten uitgetrokken. Al die fotosessies zijn fascinerend om naar te kijken en leiden bijna af van het moois wat er op de achtergrond te zien is.

Even verderop lopen we door een heel ander landschap. Het houten pad loopt over een onderwater gelopen begroeide helling, een soort van kalkstenen terrassen: Pearl Shoal. Het water stroomt vrolijk kabbelend tussen de struiken naar beneden, letterlijk onder onze voeten door en mondt uit in de Pearl Shoal Falls. Ruim 300 meter breed en 28 meter hoog. Het is een prachtig en indrukwekkend spektakel om naar te kijken. Er zijn een paar uitkijkpunten gebouwd om dit watergeweld van dichtbij te bekijken. Van onder, van boven en van opzij. Alle kanten kunnen we bekijken.
Pearl Shoal Falls Knallende herfsttinten
Het lijkt wel of de watervallen steeds mooier en indrukwekkender worden. Van kleine stroompjes zijn ze uitgegroeid tot brede en metershoge watervallen. Inmiddels voelen we onze voeten wel en zoeken een plekje om uit te rusten. Een eekhoorn komt even polshoogte nemen. Hij komt steeds dichterbij tot hij schrikt van een Chinees die onze rust komt verstoren. Tijd om verder te gaan. We lopen het laatste stukje van vandaag en komen uit bij Mirror Lake. De knalrode bladeren, die aan de bomen langs het meer hangen, zijn een prachtig contrast met het blauwe water. Het meer doet zijn naam niet echt eer aan, vanwege de wind zijn er kleine golven in het water. De weerspiegeling in de andere meren is indrukwekkender.
Mirror Lake Helder, blauw water
Vanuit de Rize Vallei komen we nu in de Shuzheng Vallei uit. Vlak bij de driesprong van de 3 valleien komen we aan bij het hoogtepunt van vandaag: de Nuorilang Falls. Een lange rij van watervallen van ruim 20 meter hoog en 320 meter breed. Aan de bovenkant van de waterval zien we struiken waartussen het water in stralen naar beneden komt zetten. We staan voor een enorme rotswand met tientallen waterstralen. Wauw! Een waardige afsluiter voor vandaag.

Moe maar voldaan nemen we de bus terug naar de uitgang. Hier is het een drukte van belang waardoor het ons enige moeite kost om naar de uitgang te lopen. We voelen onze voeten wel na die vele kilometers die we in het park hebben gelopen. Maar het was het meer dan waard. ’s Avonds gaan we weer eten in hetzelfde restaurant. Eamon verdwijnt de keuken weer in om eten uit te zoeken. Deze keer krijgen we rundvlees en iets wat voor kip moet doorgaan, het is eerder bot dan kip. Met een gevulde maag lopen we terug naar het hotel. Voor ik mijn bed in duik, wil ik nog even douchen. Helaas is de douche niet meer dan een ministraaltje.
We besluiten om de wekker deze keer niet te vroeg te zetten. Zo kunnen we nog een beetje uitslapen. Het gevolg is wel dat het een stuk drukker bij de ingang is dan de dag ervoor. Gelukkig hoeven we geen kaartje meer te kopen en kunnen we meteen door naar de entree en een bus in. Het blijkt niet de goede bus te zijn, bij het eerste dorp moeten we de bus uit. Dat wordt lopen. De zon komt net boven de rand van de vallei uit. Zo in de schaduw is het behoorlijk koud en het pad is net als gisteren wit van de rijp.
Als eerste komen we bij Shuzheng Lake. Het is een wildernis van ondergelopen planten en bomen. Als snel staan we voor een waterval: de Shuzheng Falls. Hoewel we al veel van dit soort watervallen gezien hebben, verveelt het niet. We staan weer voor een brede wand waar het water af buldert. Het blijft indrukwekkend. Het ernaast gelegen Tiger Lake dankt zijn naam aan het gebrul van deze waterval. Ik kan er niet echt het gebrul van een tijger uithalen.
Rhinoceros Lake Nevel in de ochtend
Van Tiger Lake lopen we naar Rhinoceros Lake, de grootste van deze vallei. De weerspiegeling in het meer is ontzettend mooi. Vanwege de vroege ochtend hangt er nog mist boven het water. Het is alweer een mooi stukje van het park. Aan het eind van dit meer lopen we een stukje langs een rustig kabbelende beek. Uiteindelijk komen we uit bij Nuorilang Falls, hier zijn we gisteren geëindigd. De waterval ligt nu gedeeltelijk in de zon en het is heerlijk rustig.

Vanaf hier willen we een bus nemen naar de andere vallei: de Zechawa Valley. Dus gaan we op zoek naar de juiste bus. Bussen rijden hier de hele dag af en aan en alle kanten op, alleen zijn de namen allemaal in het Chinees en we kunnen er geen touw aan vast knopen. We hebben geluk en stappen meteen in de juiste bus. We rijden helemaal naar het einde van deze vallei en komen uit bij Long Lake. We staan oog in oog met een groot turkoois meer dat omgeven is door gele, rode en oranje bomen. Long Lake is het grootste meer in het nationaal park en het ligt ingesloten door bergen met witte toppen. Het is werkelijk schitterend. We genieten een tijdje van het uitzicht en met ons vele anderen. Het is er een drukte van belang. Als we een stukje verder lopen, vinden we een rustig stuk waar bijna niemand is.

We nemen het pad naar Five Coloured Lake. Trapje op, trapje af, bochtje hier, bochtje daar, het blijft maar doorgaan. Tussen de bomen door vangen we al een glimp op van een prachtig azuurblauw meer. Wat een intense kleuren en voor mijn gevoel zijn er meer dan 5 tinten blauw. We kunnen er niet in alle rust van genieten, want om ons heen staan vele Chinezen uitgebreide fotosessies te houden.
Lang blijven we niet hangen en besluiten om verder te lopen. Vanaf hier is het nog een heel eind naar de driesprong en veel meren zijn er onderweg niet. Dus als we bij een bushalte komen, nemen we de bus terug. Bij de driesprong gaan we op zoek naar een bus die ons naar de uitgang brengt. De eerste bus die we nemen, rijdt de verkeerde kant op en we komen uit bij Bamboo Arrow Lake. Oeps. Dus snel in een bus weer terug naar de driesprong. Het is even zoeken, maar uiteindelijk lukt het ons om de bus naar de uitgang te vinden. Het blijft een uitdaging omdat er zo weinig in het Engels vermeld staat. Bij de uitgang trakteren we ons op wat te eten: een soort deegballen met zoete vulling en een wit smakeloos brood. In het zonnetje genieten we van het een en iets minder van het andere.
Mooi blauw Long Lake Panda Falls
Na 2 dagen door een schitterend stuk natuur gelopen te hebben zijn de voeten moe. Grote meren, kleine meren, hoge watervallen, brede watervallen, stroompjes, woest kabbelende wateren en 50 tinten blauw en groen. We hebben ontzettend veel gezien, het een nog mooier dan het andere. In het hotel rusten we even uit voor we weer bij onze stamkroeg gaan eten. Deze keer zijn we slim en nemen ons point-it boekje mee. Zo kunnen we aanwijzen wat we willen eten: geit en rund met wat groente. Morgen is het alweer tijd om terug te vliegen naar Chengdu. Even op en neer naar Jiuzhaigou was het drie dubbel en dwars waard!